VJ
Eva en Adam – Scheppingsverhaal voor de humaniste
Woord vooraf
We leven sinds kort in een mannenwereld. Nou ja, gerekend naar hoe lang “we” bestaan. En dat is toch al zeker wel zo’n vier miljoen jaar. Vier miljoen jaar geleden (4 mjg) waren we nog aapmensen. Nog gewone dieren. Wel bonobo-achtige wezens, vraag maar aan primatoloog Frans de Waal. We waren als bonobo-achtigen gewend aan een dominante positie van de vrouwen.
Als aapmensen, levend in een voor mensapen nogal gevaarlijke savanne-achtige omgeving waarin de wet gold van de overleving van de snelste, met de grootste slagtanden, de scherpste horens, of grootste gestalte met de dikste huid, waren zich op hun voeten voortbewegende – dus nog eens extra trage – mensapen gedwongen tot het foerageren in zeer hechte groepen. Derhalve in de grootst mogelijke onderlinge harmonie. Niks geen macho-gedrag, veel te gevaarlijk. De mannen deden braaf wat de vrouwen van hen verwachtten, en dat zou zo miljoenen jaren doorgaan, tot ieders tevredenheid.
Vrouwen zijn religieuzer dan mannen. Daar hebben bazige patriarchen slim gebruik van gemaakt, om religies te bedenken waarin God de vrouwen een ondergeschikte positie toebedeelde. Als je mensen in een onderdrukte positie wil houden, moet je als despoot of patriarch de vrouwen en de seks demoniseren (als des duivels, als fout propageren) en de mannen als baas over hun vrouwen aanstellen. Seks gaat om vrouwen, en dus is vrouwenseks mannen-eer. De enige eer voor de onderdrukte moslimman. Wij, vrije westerse consumenten, doen niet meer aan eer.
Hoe mensen van apen tot mensen geworden zijn (2016)
-
Woord vooraf
-
Wat is humanosofie?
Dat is een nieuwe, een eenentwintiste-eeuwse vorm van filosofie-beoefening.
Het is: eindelijk, na twee eeuwen, gehoor geven aan wat de aartsvader van de moderne filosofie, Immanuel Kant (1724-1804), aan het einde van zijn leven aanwees als de belangrijkste opdracht van de filosofie: zoveel mogelijk weten over ‘de mens’.
Waarom heeft dat gevolg geven aan die gewichtige opdracht twee eeuwen moeten duren?
En doen de huidige academische filosofen dat dan niet?
Onze filosofen weten niets over hoe mensen van apen tot mensen geworden zijn. Ze weten zelfs nog helemaal niets zinnigs over ‘de mens’. Als je aan een filosoof vraagt: wat is de mens? dan gaat hij bladeren in de geschriften van oude filosofen. Maar die hadden nog geen disciplinewetenschappen zoals paleoantropologie en ethologie (dierengedragskunde) tot hun beschikking en leidden hun opvattingen af van wat de van ‘de mens’ om zich heen zagen. Een van die oude filosofen was Thomas Hobbes (1588-1679), die de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) beleefde, en uit die persoonlijke ervaring concludeerde dat de natuurlijke toestand van de mens is: een oorlog van allen tegen allen. Voor Andreas Kinneging, politiek filosoof te Leiden, was deze 17de-eeuwse denker nog steeds zijn enige kennisbron: “Van nature is de mens een woeste barbaar, die zonder bedenken moordt en rooft”. Kinneging mag daarin niet door alle collega’s zijn bijgevallen maar echt weerwoord hadden ze niet en de mainstream filosofie – en daarmee ook de overige menswetenschappen – heeft nog steeds een pessimistische kijk op de mens.
(2016) Over het ontstaan van ons taalvermogen en ons bewustzijn
PDF – Over het ontstaan van ons taalvermogen en ons bewustzijn (2016)
versie 11 augustus 2016
“Over het bewustzijn tasten we nog steeds in het duister. Op dit moment is het bewustzijn een nogal geïsoleerd onderwerp, waarover zelfs de scherpste denkers maar liever zwijgen. Net als bij al die eerdere raadsels zijn er veel mensen die beweren – en hopen – dat het bewustzijn nooit zal worden gedemystificeerd. ” ( Daniel C. Dennett)
Geen frustrerender onderwerp dan het bewustzijn… We kennen het bewustzijn allemaal, we zijn bewustzijn. Maar leg maar eens uit wat het is. (Bart Voorzanger)
Wat is er nu zo ‘talig’ aan bewustzijn? (Wim van de Grind)
-
inleiding
Ons menselijk bewustzijn is in de natuur ontstaan en die doet niet aan ingewikkelde dingen. De evolutie werkt met oude spullen, ruimt die pas op als ze in de weg zitten en ontwikkelt iets nieuws waar het van overlevingswaarde is voor een soort.
De continenten blijven niet op hun plek liggen. Ze hebben niet eens een plek, ze drijven. Door magmaconvecties in het binnenste van Aarde worden ze bijeengedreven of juist uit elkaar. Door die verplaatsingen krijg je nieuwe golfstromen. Door opduwingen tot gebergten van wat eerst kustgebieden waren of andersom krijg je andere luchtstromingen, dus andere verdeling van de zonnewarmte. Eenzelfde wispelturigheid en invloed hebben de stand van de aardas en de baan van Aarde om Zon. Het kan allemaal behoorlijke veranderingen teweeg brengen in het klimaat, en dan is het uitsterven geblazen voor soorten die op een bepaald klimaat zijn afgestemd. Randpopulaties van een soort kunnen al eerder met de omslag te maken gekregen en aanpassingen ontwikkeld hebben. Die groeien uit tot nieuwe hoofdpopulaties maar wel van een nieuwe soort.
Is ons bewustzijn dan ook zo’n aanpassing zijn aan veranderde omstandigheden?
Eva en Adam – scheppingsverhaal voor de humaniste van nu
LET OP: DEZE TEKST IS VEROUDERD. DE NIEUWSTE VERSIE VINDT U DOOR HIER TE KLIKKEN
(versie 31 aug. 2015 )
We leven sinds kort in een mannenwereld. Nou ja, gerekend naar hoe lang “we” bestaan. En dat is toch al zeker wel zo’n vier miljoen jaar. Vier miljoen jaar geleden (4 mjg) waren we nog aapmensen. Nog gewone dieren. Wel bonobo-achtige wezens, vraag maar aan primatoloog Frans de Waal. We waren als bonobo-achtigen gewend aan een dominante positie van de vrouwen.
Als aapmensen, levend in een voor mensapen nogal gevaarlijke savanne-achtige omgeving waarin de wet gold van de overleving van de snelste, met de grootste slagtanden, de scherpste horens, of grootste gestalte met de dikste huid, waren zich op hun voeten voortbewegende – dus nog eens extra trage – mensapen gedwongen tot het foerageren in zeer hechte groepen. Derhalve in de grootst mogelijke onderlinge harmonie. Niks geen macho-gedrag, veel te gevaarlijk. De mannen deden braaf wat de vrouwen van hen verwachtten, en dat zou zo miljoenen jaren doorgaan, tot ieders tevredenheid.
Ons Scheppingsverhaal
SCHEPPINGSVERHAAL?
Ja, ons menselijke ontstaansverhaal. Het vertelt hoe wij van mensapen tot talige wezens geworden zijn. Wat taligheid doét met een dier. Wij leven in een woordenwereld, een wereld van benoemde dingen. Voor ons bestaan de dingen slechts als we er een woord voor hebben. Dichters zijn ‘scheppende kunstenaars’: met hun woorden scheppen zij hun poëtische werkelijkheid.
Vandaar dat ik ons ontstaansverhaal ‘scheppingsverhaal’ durf te noemen. Het onderscheidt zich van de oude scheppingsverhalen dat het op wetenschap gebaseerd is. Let wel, het is dus geen wetenschappelijk verhaal, want ik ben geen wetenschapper. Ik gebruik er wel alles wat de relevante discipline-wetenschappen zoals antropologie, archeologie en paleoantropologie aan gegevens aandragen, bij om zo dicht mogelijk bij de echte gebeurtenissen te komen die ons gemaakt hebben zoals we vandaag zijn.
Want wat is waarheid? Dat is de werkelijkheid van heden en verleden, blootgelegd met alle voor ons beschikbare wetenschappelijke middelen. Aangezien de wetenschappen alsmaar blijven doorgaan, blijft de waarheid altijd onderweg. Het is als een steeds verschuivende horizon, de waarheid groeit met ons mee. Voorwaarde is dat er alles bij in stelling gebracht wordt en dat er niets buiten beschouwing gelaten wordt. Elk wetenschappelijk feit dat niet mee mag doen, trekt het bouwsel van de waarheid scheef.
Ons Scheppingsverhaal (PDF, versie 9 juni 2015)
Versie 9 juni 2015
Continue reading